vrijdag 27 januari 2012

Vliegensvlug

Een week geleden was het weer tijd voor Eline en Lukas om terug te gaan naar de BCS. En daar waren ze ook wel weer aan toe. Ze hadden het fijn gehad bij ons in Sibanor, maar hun vrienden en hun leventje ligt toch echt in Senegal. Maar ja, hoe kwamen we daar. Onze auto is immers (erg) kapot. De motor raakt erg snel oververhit en de rit naar Senegal zou die waarschijnlijk niet overleven. Dus we gingen op onderzoek uit hoe we dit moesten oplossen terwijl de monteur koortsachtig probeerde het probleem nog voor die tijd te verhelpen. Zouden we met het openbaar vervoer gaan? Konden we mee met onze collega’s? Dat zou dan betekenen dat ik met Levi hier zou blijven, en Thamar alleen met Eline en Lukas naar Senegal zou gaan. De (slechte) auto van een collega? De niet in Senegal verzekerde auto van een collega? Op al deze vragen was het antwoord: NEE! Er was nog een optie. Vragen aan de collega die net op verlof was gegaan of we voor deze rit zijn auto konden lenen. Deze collega heeft ook kinderen die naar de BCS gingen, dus toen hij ons verhaal hoorde begreep hij goed hoe het allemaal voelde. Hij vond het goed. Na alles gecheckt te hebben haalden we de auto op en maakten we ons klaar voor vertrek. Nou moet u weten dat de auto van onze collega een jaar of 3 oud is, ………. jong is. Dinsdagochtend, 6:45 we zitten startklaar in de auto en gaan op weg. Wat een weelde, wat rijdt de auto heerlijk. Met gemak gaan we 80 over de zandwegen en zelfs 100 tot 110 op de verharde wegen in Senegal. Een geheel nieuwe ervaring voor ons, en dan nog met airco. We voelen ons de koning te rijk. Na 7 uur rijden (dat dan nog wel, maar dat heeft meer met de douane en veerpont te maken) komen we (bijna) uitgerust aan op de BCS. De kinderen pakken uit en “installeren” zich weer op de school, en Tamar en ik kijken elkaar aan en besluiten om nog diezelfde dag terug te rijden naar Sibanor. Dat scheelt weer een overnachting op het budget. Na het afscheid kopen we nog wat drinken voor onderweg en we vliegen weer terug naar Sibanor. De ferry is behoorlijk druk, maar door wat contacten die we hebben en door het NGO nummerbord mogen we als eerste aan boord. En zo zijn we zomaar na 6 uur rijden weer thuis. Het is 21:00. WAUW, en het voelt alsof we alleen nog maar de rit naar de BCS gemaakt hebben. Zo zie je maar weer. Elk nadeel (eigen auto kapot) heb ze voordeel (rijden in een geweldige auto).

Geen opmerkingen: